Als u op zoek bent naar een ongecompliceerde en natuurlijk gezonde appelsoort voor uw tuin, dan is de “Rheinische Krummstiel” precies goed voor u. We stellen de oude appelsoort voor en geven tips over teelt, verzorging en oogst.

De “Rheinische Krummstiel” is een oud Duits ras dat vanwege zijn algemene robuustheid en veelzijdige bruikbaarheid perfect is voor de thuistuin. Maar wie deze ongecompliceerde en smakelijke appel in zijn tuin wil verwelkomen, moet vanwege zijn krachtige groei over voldoende ruimte beschikken of regelmatig naar de schaar grijpen.
Inhoud
- Rhenish Crookshanks: Profiel
- Geschiedenis en oorsprong
- Crookneck appel: eigenschappen, smaak en uiterlijk
- Teelt en verzorging van de appelsoort “Rheinischer Krummstiel
- Oogst en gebruik van de appel
Rhenish crookneck: beschrijving
Fruit | middelgroot tot groot; groenachtige tot citroengele basiskleur met troebele tot helderrode overkleur |
Smaak | sappig, zoetzuur, aromatisch |
Opbrengst | Hoog en regelmatig |
Oogsttijd | van oktober |
Rijp voor consumptie | van december |
Houdbaarheid | zeer goed; houdbaar tot mei |
Groei | aanvankelijk sterk, later middelmatig sterk |
Klimaat | geeft de voorkeur aan warme locaties en een zeeklimaat; verdraagt ook grote hoogtes |
Ziekten en plagen | Gevoelig voor meeldauw op ongunstige plaatsen |
Geschiedenis en oorsprong
Er is niet veel bekend over de geschiedenis van het “Rheinischer Krummstiel”. Verschillende bronnen zijn het erover eens dat het ras meer dan 200 jaar oud moet zijn en ergens tussen Keulen en Bonn is ontstaan. In 1828 werd de “Rheinischer Krummstiel” voor het eerst pomologisch beschreven door Adrian Diel (*1756, † 1838), de grondlegger van de pomologie in Duitsland. Tegenwoordig wordt het ras vaker aangetroffen in Stiermarken, wat waarschijnlijk te danken is aan het feit dat het het daar heersende klimaat bijzonder goed verdraagt.
Crookneck appel: eigenschappen, smaak en uiterlijk
De “Rheinische Krummstiel” is middelgroot tot groot en kan verschillende vormen aannemen: Soms is het aan één kant verdikt, soms eivormig, tonvormig, bolvormig en afgeplat, of zelfs cilindrisch-conisch. De basiskleur van de fijne, matglanzende schil is groengeel wanneer de boom rijp is en wordt later citroengeel. Aan de zonzijde of zelfs op de hele vrucht ontstaat een onvolledige, troebele of helderrode, gestreepte of gevlekte bovenkleur.
De naam van het ras kan worden verklaard door naar de steelkuil te kijken. Hij is smal en heeft vaak een vlezige neus die de dikke, knoopvormige steel opzij duwt. Het vruchtvlees onder de dunne schil is nog groengeel en zeer stevig wanneer het rijp is en wordt bijna wit naarmate de rijping vordert. Met zijn vrij fijne textuur, sappig mondgevoel en aromatische, zoetzure smaak is het vruchtvlees zeer delicaat. Zelfs als ze niet geschikt zijn, verspreiden de vruchten een merkbare zoete geur.
Teelt en verzorging van de appelsoort “Rheinischer Krummstiel”.
Het appelras “Rheinischer Krummstiel” is een goede keuze voor veel tuinen thuis: het stelt geen hoge eisen aan de bodem. De grond kan humusachtig, lemig of wat zwaarder en kleiachtiger zijn. Alleen extreem lichte en zanderige gronden moeten over een groot oppervlak worden verbeterd met veel rijpe compost of een hoogwaardige potgrond zoals onze veenvrije Plantura Organic Universal Soil. Warme locaties hebben de voorkeur, maar ook grote hoogten, zoals op een zuidwestelijke of zuidoostelijke helling, worden goed verdragen. Het ras “Rheinischer Krummstiel” houdt van een hogere luchtvochtigheid en gedijt dus bijzonder goed in een zeeklimaat.

De groei van de “Rheinsichen Krummstiels” is sterk wanneer ze jong zijn, later middelmatig sterk. Ongeacht de leeftijd vertakt dit ras slecht. Af en toe snoeien om het uitlopen van zijknoppen te stimuleren is daarom raadzaam. Op deze manier ontstaat er altijd jong vruchthout. Op oudere leeftijd wordt de kroon van de ongesneden “Rheinischer Krummstiele” breed bolvormig en sterk overhangend. Dit ziet er bijzonder schilderachtig uit, maar zorgt ervoor dat de bomen niet geschikt zijn als straatbomen. De kroon kan ook hinderlijk worden bij het maaien in de tuin. Dit groeigedrag suggereert ook dat de cultivar af en toe gesnoeid moet worden.
Deze oude cultivar kan extensief boomgaarden verrijken als standaard op eigen wortel of geënt op zaailingonderstammen en bijna aan zijn lot worden overgelaten. Als half- of kwartstam of ook als struikboom kan de ‘Rheinische Krummstiel’ ook goed in een huistuin worden geïntegreerd: Hiervoor moeten middelmatig groeiende onderstammen zoals M7 of M4 worden gebruikt. Het snoeien is dan iets belangrijker.
De bloei van de ‘Rheinischer Krummstiel’ komt middenlaat tot laat, duurt lang en is niet gevoelig voor vorst. Goede bestuivers zijn de rassen ‘Berner Rosenapfel’, ‘Cox Orange’, ‘Croncels’, ‘Danziger Kantapfel’ en de ‘Goldparmäne’.
Een zeer praktische eigenschap is dat de appels van dit ras lang aan de boom blijven hangen en pas na de eerste vorst op de grond vallen. Als de boom zich eenmaal heeft gevestigd op zijn groeiplaats, draagt hij rijkelijk en regelmatig als hij niet uit zijn fysiologisch evenwicht wordt gebracht door een te radicale appelboomsnoei.
De robuuste ‘Rheinische Krummstiel’ is slechts licht gevoelig voor appelschurft, maar kan gemakkelijk worden aangetast door meeldauw in gebieden met veel ochtenddauw.

Biologisch, turfvrij & klimaatvriendelijk:
Voor alle planten binnen & buiten,
100% natuurlijke ingrediënten,
onschadelijk voor mens en dier
Oogst en gebruik van de appel
De “Rheinische Krummstiel” kan vanaf oktober worden geoogst en opgeslagen. Hij bereikt zijn volle eetrijpheid echter pas in december. Indien bewaard op een koele, licht vochtige plaats – zoals een kelder met aarde – kan dit ras zonder problemen tot mei worden bewaard. Tijdens de opslag wordt het vruchtvlees zachter maar niet brokkelig en ontwikkelt het zijn volle aroma. Door de stevige schil kan de appel ook zonder problemen worden verzonden. Hij wordt gebruikt als dessertappel, om mee te koken of om vruchtensap van te maken.
Een uitstekende combinatie voor de wat ruimere huistuin is de ‘Rheinischer Krummstiel’ en de eveneens vrij sterk groeiende en zeer smakelijke ‘Cox Orange’. Ten eerste bestuiven de rassen elkaar en ten tweede is de “Cox Orange” al tussen oktober en november rijp voor consumptie.
Inhoudsopgave