Veel tuineigenaren vragen zich af wat zij zelf kunnen doen voor het dierenwelzijn. Wij geven u nuttige tips over welke bronnen van gevaar in de tuin op de loer liggen, hoe u een veilige habitat voor tuindieren kunt creëren en hoe u het voedselaanbod kunt vergroten.

Inhoudsopgave

Tip 1: Elimineer bronnen van gevaar

Voor veel dieren zijn er bronnen van gevaar in de tuin die u moet opsporen en indien mogelijk verwijderen. Vooral kleine dieren zoals muizen, egels, kikkers en dergelijke komen keer op keer in doodsangst om in dergelijke vallen. De meest voorkomende vallen zijn:

  • Zwembaden en pierenbadjes
  • Regentonnen
  • Licht- en kelderschachten
  • Emmers, gieters of andere met water gevulde recipiënten

Terwijl kikkers meestal zelf snel hun weg uit watervallen vinden, betekenen ze voor egels, muizen en “niet-zwemmers” meestal de verdrinkingsdood. Om dit te voorkomen moet u zorgen voor een uitgang aan de rand van waterbakken en zwembaden. Als alternatief zou een drijvende uitstaphulp, verkrijgbaar in dierenwinkels, nuttig zijn.

Vogelbaden bieden niet alleen verkoeling aan vogels in de zomer, ook talrijke insecten helpen zich hier. Dergelijke drinkplaatsen kunnen echter gevaarlijk zijn voor bijen en wespen. Naderingspunten zorgen ervoor dat insecten veilig kunnen drinken. In lagere waterpoelen zijn een paar stenen voldoende, terwijl in het zwembad drijvende “eilandjes” zoals lichte kurkdrinkonderleggers verdrinking helpen voorkomen. Als een zwembad of whirlpool langere tijd niet wordt gebruikt, is een volledige afdekking de beste bescherming voor dieren.

Even levensbedreigend zijn lichtputten en kelderschachten, die eveneens dodelijke vallen voor kikkers kunnen worden. In gespecialiseerde winkels zijn hiervoor speciale kikkerladders verkrijgbaar, waarmee de dieren weer naar boven kunnen. Het is goedkoper om een eenvoudige houten plank met een ruw oppervlak te gebruiken.

Tip 2: Wees voorzichtig met plantenstekken

Jonge vogels in een nest in een heg
Zelfs toegestane onderhoudssnoei tijdens het broedseizoen verstoort veel vogels van het broeden

Het broedseizoen loopt officieel van 1 maart tot 30 september. In deze periode is het wettelijk verboden heggen, struiken en bomen zwaar te snoeien. Klein snoeien is toegestaan, maar het verstoort de voortplanting van veel tuindieren.

Voordat u uw elektrische heggenschaar of snoeischaar gebruikt, moet u de planten dus controleren op mogelijke nesten en broedplaatsen. Als u die vindt, kunt u uw project beter uitstellen tot de herfst. Dit zal ervoor zorgen dat de nakomelingen niets overkomt en dat hun ouders niet worden verjaagd.

Tip 3: Stel het snoeien uit tot het voorjaar

Veel insecten hebben een geschikte schuilplaats nodig om te overwinteren. Naast bescherming tegen de kou moet het ook bescherming bieden tegen roofdieren. Als u in de herfst alles in de tuin kapt, minimaliseert u het aanbod van winterkwartieren, dat hoe dan ook zeer beperkt is, vooral in dichtbebouwde stedelijke gebieden.

Voor veel planten is snoeien zowel in het najaar als in het voorjaar mogelijk. Voor het behoud van wilde dieren is de lente aan te bevelen, zodat uw tuin de broodnodige winterverblijven biedt. Wees ook niet te kieskeurig met de hark of verenbezem bij het netjes en schoonhouden van uw tuin. Egels, kevers en andere overwinterende dieren zijn blij met kleine hoopjes bladeren.

4e tip: Laat de robotmaaier alleen overdag maaien.

Er zijn veel nachtdieren, waaronder egels. Aangezien zij over het algemeen een wazig en onscherp zicht hebben en vrij langzaam bewegen, vormt een robotmaaier die ’s nachts werkt een dodelijk gevaar. Helaas zijn er maar weinig modellen die egels en andere tuindieren betrouwbaar detecteren en de messen tegenhouden. Overdag verstoppen egels zich meestal onder struiken of bladeren, dus u kunt uw robotmaaier het beste alleen overdag laten werken, in het belang van de tuindieren.

Tip 5: Hang nestkastjes en insectenhotels hoog genoeg op

Vogel voor nestkast
De nestkasten moeten zodanig worden geplaatst dat zij alleen voor de betrokken vogelsoorten gemakkelijk toegankelijk zijn, maar niet voor roofdieren.

Met nestkastjes en insectenhotels creëert u geschikte plekken voor het broeden, roesten, schuilen en overwinteren van diverse tuindieren. Katten, ratten, marters en wasberen zijn slechts enkele roofdieren die de jongen uit de nesten stelen of nestkastjes en insectenhotels plunderen. Daarom is het belangrijk dat u dergelijke nesthulpmiddelen hoog genoeg hangt, waarbij de hoogte uiteraard moet worden aangepast aan de desbetreffende diersoort.

Als richtlijn geldt

  • Zangvogels: tussen 1,5 en 1,8 meter
  • voor middelgrote vogels: tussen 2,8 en 3,5 meter
  • voor grotere dieren: tussen 4,0 en 6,0 meter
  • Insectenhotels: ten minste 1,0 meter; bijenhotels ook tot 2,0 meter

Tip 6: Gebruik geen chemicaliën

Ongedierte maakt de verzorging van planten vaak moeilijk voor hobbytuiniers. Het is geen nieuwe, maar belangrijke tip om het gebruik van chemische middelen in de tuin en op het balkon absoluut te vermijden. Intussen zijn er talrijke huismiddeltjes bekend die even doeltreffend zijn tegen ongedierte en zelfs schimmels, maar die meestal milieuvriendelijk en natuurlijk afbreekbaar zijn. Wanneer chemische producten worden gebruikt, worden landbouwhuisdieren in de buurt vaak gedood. Home remedies daarentegen worden specifiek gebruikt op aangetaste planten en hebben geen effect op de nabije omgeving.

7e tip: Plant vogel- en insectvriendelijke planten

Kevers op vlierbloemen
Planten zoals vlierbessenstruiken leveren voedsel voor zowel insecten als vogels

Om zoveel mogelijk dieren naar uw tuin te lokken, is een rijk en gevarieerd voedselaanbod belangrijk. Met de juiste plantenkeuze kunt u ervoor zorgen dat vogels, insecten en andere dieren het hele jaar door altijd iets te eten vinden en zo een extra bijdrage leveren aan het dierenwelzijn. Tegelijkertijd bieden veel struiken en hagen belangrijke beschutting en bescherming voor tuindieren. Er zijn een aantal vogel- en insectenvriendelijke planten die geschikt zijn voor de tuin.

Vogelvriendelijke planten:

  • Ivy (Hedera helix)
  • Taxus (Taxus baccata) – Let op: giftige plantendelen
  • Haagbeuken (Carpinus betulus)
  • Ligustern (Ligustrum vulgare)
  • Spindelboom (Euonymus europaeus)
  • Vlierstruiken (Sambucus)
  • Lijsterbessen (Sorbus aucuparia)

Insectvriendelijke planten:

  • Landelijke jasmijn (Philadelphus coronarius)
  • Bosbes (Berberis)
  • Blauwe wingerd (Wisteria)
  • Lila (Syringa vulgaris)
  • Klokjesbloemen (Campanula)
  • Lavendel (Lavandula angustifolia)
  • Houtranken (Clematis)
  • Wilde wijn (Parthenocissus quinquefolia)
  • Hekbiet (Bryonia dioica)

Overigens kun je insectenonvriendelijke planten gemakkelijk herkennen aan hun bloemen. De meeste exemplaren met dubbele bloemen zijn nogal oninteressant voor insecten. Hiertoe behoren bijvoorbeeld sommige soorten dahlia’s, chrysanten en rozen. Ze kunnen meestal niet bij het stuifmeel of de nectar vanwege de dichte bloemblaadjes.

Tip 8: Creëer een tuinvijver met een ondiepe waterzone

Naast voedsel is ook de toegang tot water van groot belang voor alle dieren. U kunt optimale leefomstandigheden creëren met een tuinvijver. Vermijd echter steile oevers en integreer zo mogelijk een ondiepe waterzone. Zo kunnen zelfs kleine dieren veilig bij het water komen en in geval van nood de vijver weer verlaten. In bestaande tuinvijvers kan een lange plank die vlak van het water naar de oever loopt ook dierenlevens redden.

Vergelijkbare berichten