Boerenkool wordt al eeuwenlang geteeld. Wij informeren u over de oorsprong, herkomst en geschiedenis van deze gezonde groente.

Boerenkool in een mandje
Verse boerenkool klaar voor verwerking [Foto: Alice-D/ Shutterstock.com]

Boerenkool stamt, net als sommige andere koolsoorten, af van de “Urkohl”, waarvan de oorsprong zich uitstrekt van de kustgebieden rond de Middellandse Zee tot in Klein-Azië. De meeste afstammelingen van dit oude oorspronkelijke ras hebben zich over de hele wereld verspreid, maar in enkele streken is boerenkool een specialiteit geworden. Tegenwoordig wordt hij vooral geteeld en gewaardeerd in Groot-Brittannië, de Scandinavische landen, Nederland en ook in Noord-Duitsland. Maar ook in het noorden van Amerika en in oostelijke en westelijke gebieden van Afrika wordt hij tot op zekere hoogte geteeld. Er zijn verschillende theorieën over de leeftijd van deze koolsoort. Het is zeker dat een koolsoort met gekrulde bladeren in die tijd bekend was uit overleveringen die teruggaan tot 400 voor Christus. De zogenaamde Sabellijnse kool werd ook herhaaldelijk genoemd door de Romeinen en werd toen al op grote schaal geteeld. Vondsten en documenten bevestigen dat deze kool waarschijnlijk de voorloper was van de boerenkool die wij vandaag kennen. De bijzondere eigenschap dat deze kool vooral in het koude seizoen goed gedijt en zeer rijk is aan vitaminen, maakt deze koolsoort zo waardevol.

Boerenkool en zijn regionale populariteit

De vitaminerijke wintergroente is een echte vertegenwoordiger van de Noord-Duitse keuken, vooral tijdens de koude wintermaanden. Van ongeveer oktober tot maart is er altijd verse boerenkool te koop, die voornamelijk op Duitse landbouwgrond wordt geteeld. Er is nog steeds onenigheid tussen Bremen en Oldenburg over wie nu boerenkool zijn eigen stadsspecialiteit mag noemen. Hier ligt het pluspunt duidelijk aan de kant van Bremen, want daar wordt sinds 1545 jaarlijks een openbare en gemeenschappelijke consumptie van boerenkool gehouden. Het grootste areaal voor de teelt van boerenkool in Europa bevindt zich in de Dithmarschen in Noord-Duitsland. Maar niet alleen boerenkool groeit hier, ook vele andere koolsoorten worden van oudsher in deze regio geteeld. Waarschijnlijk het bekendste gerecht uit deze regio is boerenkool met pinkel, d.w.z. boerenkool met een grove grützwurst.

paarse boerenkool
Paarse boerenkool is zowel in de tuin als in de keuken een echte blikvanger [Foto: RukiMedia/ Shutterstock.com]

De regionale namen van boerenkool en zijn nauwe verwant

Boerenkool heeft door zijn verspreiding in verschillende gebieden in de loop der tijd allerlei namen gekregen. Zo wordt het vederkool, spleetkool, krulkool, winterkool, bladkool genoemd, maar in de volksmond ook vaak Oldenburgerpalm of Fries. De correcte naam in botanische zin is Brassica oleracea convar. acéphala var. sabéllica. In Italië wordt een nauwe verwant geteeld, namelijk de zwarte kool (Cavalo nero). Er zijn een paar kleine verschillen in kleur en bladvorm, maar in smaak en bereiding zijn de twee nauwelijks van elkaar te onderscheiden. In Duitse hobbytuinen voelt boerenkool zich erg thuis en kan vrij gemakkelijk worden geteeld. Zo kun je ook in de winter verse groenten uit eigen tuin op je bord brengen.

Vergelijkbare berichten