De speciale appelsoort “Rubinette” uit Zwitserland is beschermd. Ontdek hier wat u nog meer moet weten over zijn eigenschappen, smaak, oogsttijd en gebruik.

Appelvariëteit Rubinette
Het appelras “Rubinette” is afkomstig uit Zwitserland en staat onder kwekersrechtelijke bescherming.

Een appelboom (Malus domestica) is waarschijnlijk te vinden in bijna elke grote tuin. Van de vele appelsoorten die er in de wereld bestaan, is de “Rubinette” waarschijnlijk een van de populairste. Geen wonder, de heerlijke appel boeit immers met een bijzonder intens aroma en uitzonderlijk sappig fruit. Welke andere kenmerken de “Rubinette” tot een geheime tip onder kenners hebben gemaakt, onthullen wij u in dit artikel.

Inhoud

  • Rubinette: Profiel
  • Oorsprong en geschiedenis
  • Eigenschappen en smaak van de “Rubinette
  • Bijzondere kenmerken van de teelt
  • Oogsttijdstip en gebruik van het ras “Rubinette

Rubinette: profiel

Synoniemen “Rafzubin
Fruit klein tot middelgroot; groen-geel, oranje-rood gestreept aan de zonzijde
Smaak intens, zoetzuur, sappig
Opbrengst heeft de neiging om af te wisselen
Oogsttijd oktober tot december
Rijp voor consumptie oktober tot december
Houdbaarheid tot januari/februari; gevoelig voor opslagrot
Groei zwakke tot middelmatige groeikracht; schaars
Klimaat beschut tegen de wind; kan tot op gemiddelde hoogte worden geteeld
Ziekten en plagen gevoelig voor schurft, fruitboomkanker en monilia

Oorsprong en geschiedenis

Het bestaan van het appelras “Rubinette” is te danken aan een toeval: het huidige populaire ras is namelijk ontstaan uit een toevallige zaailing in de Zwitserse kwekerij Hauenstein. De ouderrassen van de nieuwe variëteit zijn “Golden Delicious” en “Cox Orange”, twee even bekende dessertappels. Rubinette’ is sinds 1985 als cultivar beschermd en wordt nu zowel conventioneel als door hobbytuinders geteeld.

Eigenschappen en smaak van de “Rubinette

Op het eerste gezicht ziet de ‘Rubinette’-appel er vaak wat onopvallend uit: Met zijn kleine tot middelgrote vruchten en zijn groengele kleur onderscheidt de “Rubinette” zich vaak nauwelijks van andere appelsoorten. Aan de zonnige kant vertonen de appels vaak een oranjerode, gestreepte kleur. Wie liever een wat kleurrijkere variant van de “Rubinette”-appel heeft, kan ook kiezen voor het ras “Rubinette Rosso” – de mutant van de bekende appelsoort overtuigt met een bijzonder sterke rode kleur.

Qua smaak overtuigt de “Rubinette” vooral door haar intense aroma en aangename smaak. Vooral de zoetzure noot en het hoge suikergehalte maken de appel uitzonderlijk lekker. Het genot wordt afgerond door het stevige vlees, dat zowel knapperig als sappig is.

Bijzondere kenmerken van de teelt

Hoewel zijn appels een uitstekende smaak hebben, stelt de appelboom “Rubinette” geen bijzondere eisen aan zijn omgeving: een voedselrijke bodem en een zonnige standplaats volstaan voor de boom. De grond rond de “Rubinette”-boom moet echter vochtig worden gehouden totdat hij begint te groeien, maar later hoeft hij meestal alleen in bijzonder droge perioden water te krijgen.

Theoretisch is de cultivar geschikt voor elk type teelt door zijn vrij lage eisen; zelfs in een kuip als zuilvormige appelboom is de ‘Rubinette’ goed geschikt. De boom neigt echter naar een spaarzame, onvertakte groei en afwisseling, zodat regelmatige snoei niet achterwege mag blijven.

Appelboom van de variëteit Rubinette
De appelsoort ‘Rubinette’ neigt naar een spaarzame, onvertakte groei. [Foto: Serenko Natalia/ Shutterstock.com]

Een van de belangrijkste problemen bij de teelt van “Rubinette” is echter haar grote gevoeligheid voor appelboomziekten. Als nakomeling van twee hoogproductieve rassen is “Rubinette” bijzonder gevoelig voor schurft (Venturia inaequalis), een schimmelziekte die zich bijzonder goed verspreidt in natte en warme omstandigheden, zodat regelmatige verzorging (inclusief snoeien) niet mag worden verwaarloosd. Maar ook fruitboomkanker (Neonectria galligena) en Monilia (Monilinia) komen vaker voor bij bomen van deze variëteit. Om ervoor te zorgen dat de appelboom Rubinette op lange termijn gezond blijft, moet hij dus regelmatig worden gecontroleerd op tekenen van ziekte. Deze moeten ook zo snel mogelijk worden behandeld. Bovendien is het raadzaam om alleen naar een gespecialiseerde winkel te gaan om een “Rubinette” te kopen – hier worden de jonge bomen gecontroleerd op tekenen van een mogelijke ziekte voordat ze worden verkocht.

Oogsttijdstip en gebruik van het ras “Rubinette

De oogsttijd van de Rubinette-appel begint begin oktober en kan duren tot december. Aangezien het ras tot de echte dessertappels behoort, is het vanaf dit moment al rijp voor consumptie en kan het zonder rijping worden gegeten. Vanwege zijn uitstekende smaak wordt de “Rubinette” gebruikt als dessertappel, d.w.z. dat hij voornamelijk rauw wordt gegeten. De vruchten zijn echter ook heerlijk geschikt voor gebak. Bovendien wordt de Rubinette-appel als zeer allergievriendelijk beschouwd, hoewel de intolerantie voor appels vaak van persoon tot persoon verschilt. Voor diabetici daarentegen zijn de appels niet geschikt – ze hebben een te hoog suikergehalte.

De “Josef Musch” is ook een dessertappel die zeer geschikt is voor het maken van vruchtensap. Bovendien is de ‘Josef Musch’ een wat onderhoudsarme en niet zo vatbare appelboomvertegenwoordiger.

Vergelijkbare berichten