In het voorjaar betoveren zijn gele bloemen de natuur in huis: hoewel alle delen van de gewone goudenregen giftig zijn, is het een grote struik die tuinen en tuinpaden siert. Wij geven u nuttige tips over standplaats, beplanting en verzorging van de gele struik.

Inhoudsopgave

Oorsprong

Het plantengeslacht laburnum, dat wetenschappelijk bekend staat als de Laburnum omvat twee soorten: de gewone goudenregen (Laburnum anagyroides) en de gouden alpenregen (Laburnum alpinum). Beide soorten worden ook wel bonenboom genoemd en zijn inheems in Oost- en Midden-Europa. De grote struiken, die botanisch tot de vlinderfamilie (Fabaceae) behoren, gedijen het best op rotsachtige trappen en kalkrijke droge graslanden.

Locatie

In de tuin voelt de Laburnum anagyroides zich zowel in de zon als in de halfschaduw thuis. De eisen aan de grond zijn zeer laag, maar een goede afwatering is van groot belang. De struik verdraagt geen wateroverlast en gedijt alleen in goed gedraineerde grond, die idealiter een hoog kalkgehalte heeft.

Als u uw tuin wilt verrijken met de schitterende gele bloemen van de goudenregen, speelt de keuze van de standplaats een bijzonder belangrijke rol. Houd rekening met een groeihoogte van 5 tot 7 meter en een breedte van 3 tot 4 meter. De grote struik verdraagt geen verplanting in een later stadium, dus moet hij vanaf het begin een vaste plaats krijgen.

Het planten van

Laburnum in de tuin planten
Bij de keuze van een standplaats moet ook rekening worden gehouden met de groeihoogte die de goudenregen in de loop der tijd kan bereiken.

In principe kunt u Laburnum anagyroides het hele jaar door planten. Het voorjaar wordt echter aanbevolen als de ideale tijd om te planten, omdat de laburnum dan genoeg tijd heeft om een sterk wortelstelsel te ontwikkelen voor de volgende winter. Vooral in koele streken moet u jonge planten in het vroege voorjaar planten.

Zodra u een ideale locatie hebt gekozen en de grond hebt vrijgemaakt van stenen, wortels en onkruid, kunt u een plantgat graven. Het moet ongeveer tweemaal de omtrek van de kluit zijn. Bij zware kleigronden die gevoelig zijn voor wateroverlast is het raadzaam de grond te verbeteren. Door veel zand en grind in de ondergrond te verwerken, vergroot u de doorlaatbaarheid en voorkomt u wateroverlast.

Plaats de jonge plant na zorgvuldige drainage in het plantgat, vul het op en druk de grond licht aan. Geef de pas geplante goudenregen dan royaal water.

Gebruik

De gewone laburnum is bijzonder geschikt als specimenplant in de tuin of voortuin. Hij kan ook als huisboom worden geplant en verrijkt zelfs grote tuinoppervlakken als hij in groepen wordt geplant. Desgewenst kan de grote struik worden gekweekt in combinatie met een pergola, een haagboog of meerdere rozenbogen om een prieelachtige groei te vormen.

De felgele bloemen van de struik komen bijzonder goed tot hun recht tegen een groene achtergrond. Naast groenblijvende beplanting zijn ook heesters en houtachtige planten met kleurrijk blad die tegelijkertijd bloeien geschikt. Tot de meest populaire combinaties behoren lila, pruikenstruik en rode doorn.

Zorg

Golden Rain Care
De gewone goudenregen heeft weinig verzorging nodig en verdraagt ook weinig snoeiwerk.

Laburnum anagyroides is een robuuste boom die geen bijzondere zorg nodig heeft. Omdat Laburnum anagyroides geen snoei verdraagt, is het raadzaam zware snoei te vermijden en de groei vooral aan de natuur over te laten. De grote struik haalt ook de benodigde stikstof uit de lucht met behulp van enkelbacteriën, zodat bemesten niet nodig is.

Omdat laburnum geen wateroverlast verdraagt, moet u de plant alleen water geven tijdens lange periodes van droogte. Hoewel de grond rond de kluit niet volledig mag uitdrogen, voorzien de wortels de grote struik meestal van voldoende vocht.

Zowel de gewone laburnum als de alpenlaburnum kunnen koele winters overleven zonder vorstbescherming en worden beschouwd als winterhard op gematigde breedten. Omdat de warme winterzon echter vorstscheuren op de stam kan veroorzaken, is een kalklaag of speciale stambescherming aan te bevelen.

Ziekten en plagen

Wat ziekten betreft, komt valse meeldauw vooral voor op jonge planten. De bladvlekkenziekte, die gebaseerd is op schimmelpathogenen, verspreidt zich vooral in een vochtig klimaat.

Mogelijke plagen zijn vooral bladluizen en bladmineerders. Met name de goudenregenbladluis tast planten van alle leeftijden aan en tast bij een omvangrijke aantasting de sierwaarde van de goudenregen ernstig aan. De mineerder veroorzaakt ontmijnde bladeren en overwintert in een cocon op de schors van de grote struik.

Giftige plant

Bijna alle plantendelen van de goudenregen bevatten giftige alkaloïden. Cytisine, dat zeer giftig is voor de mens, zit voornamelijk in de schors en de vruchten van de grote struik. Kort na inname veroorzaakt het symptomen die wijzen op vergiftiging. De meest voorkomende symptomen zijn een brandende keel, dorst, misselijkheid, maagpijn en beven. Hallucinaties, stuiptrekkingen en verlamming zijn ook mogelijk. Als een grote hoeveelheid cytisine wordt ingenomen, kan een ademstilstand en de dood optreden.

Bij vermoeden van vergiftiging dient u zo spoedig mogelijk een arts te raadplegen. Als er kinderen in uw tuin spelen of als uw tuin aan een schoolpad ligt, kunt u beter geen goudenregen planten. Laburnum anagyroides is ook giftig voor huisdieren zoals honden, katten, konijnen en vogels, en voor paarden, koeien, schapen en geiten.

Veelgestelde vragen

Wanneer laburnum planten?
Hoe snel groeit de goudenregen?
Is de goudenregen winterhard?
Hoe vermeerder je laburnum?

Vergelijkbare berichten